Op 29 juni 1944 verlieten 222 Joden Kamp Bergen-Belsen om op 10 juli in Haifa te arriveren. Het was een uitwisseling met een groep Duitse Tempeliers uit Palestina en het resultaat van onderhandelingen tussen de Britten en de Duitsers. Palestina was in Engelse handen en leden van de Duitse Tempeliers waren daar gevangen genomen. Er bestond een Palestina-lijst, de Istanboellijst, waar zo'n 1100 Joden op stonden die voor uitwisseling in aanmerking kwamen. De voor de uitwisseling in aanmerking komende Joden van de lijst waren echter onvindbaar of overleden en daarom stelden de Duitsers voor Joden uit Bergen-Belsen voor deze uitwisseling te gebruiken. De Duitsers werden door de Engelsen gehouden aan de verplichting om de vermiste personen van de Istanboellijst op te sporen, want deze 222 Joden vulden slechts tijdelijk de lege plaatsen op.