Duivels dilemma: de Joodse Ordedienst van Kamp Westerbork
In 1939 bouwen Joods-Duitse vluchtelingen onder eigen leiding het Centraal Vluchtelingen Kamp Westerbork. Om deze kleine samenleving draaiende te houden, ontstaan er organisaties als een brandweer. Als het vluchtelingenkamp in 1942 verandert in een doorgangskamp, worden de taken van deze 'Joodse Ordedienst' onder nazileiding verder uitgebreid en de leden vrijgesteld (‘gesperrt’) van deportatie. Zo groeit deze groep uit tot bewakers binnen het kamp. De andere kampbewoners noemen de Ordedienst ook wel de ‘Joodse SS’.
Ordedienst
Ook buiten het kamp worden leden van de OD regelmatig ingezet. Zo reizen OD’ers als het ‘Kommando Amsterdam’ meerdere keren naar de hoofdstad om daar ouderen en zieken uit ziekenhuizen, bejaardentehuizen of zelfs thuis op te halen. Ook zijn de patiënten van het psychiatrische ziekenhuis Het Apeldoornsche Bosch in januari 1943 met behulp van OD’ers op vrachtwagens gezet en vervolgens in treinen richting Auschwitz vervoerd, waar ze direct zijn vermoord. Verschillende OD’ers waarschuwen in de nacht voorafgaand aan de ontruiming van Het Apeldoornsche Bosch het personeel over wat er komen gaat – hun eigen vorm van verzet.
Het Apeldoornsche Bosch lijkt een veilige schuilplaats voor het Joodse personeel en onderduikers, maar op 20 januari 1943 blijkt dit een illusie.
Meer over Ontruiming Apeldoornsche BoschMirjam Bolle-Levie (Amsterdam, 20 maart 1917 - heden) was de secretaresse van David Cohen bij de Joodsche Raad. Ze werd op 20 juni 1943 opgepakt in Amsterdam en naar Kamp Westerbork gebracht. Vanuit hier werd ze gedeporteerd naar Kamp Bergen-Belsen. Omdat ze een visum voor Palestina had werd ze vrijgelaten en uitgewisseld. Zo wist ze te overleven. Bron: WO2Net Biografieën.
Meer over Mirjam LevieWe trilden van angst
OD'er Ernest Frank schrijft in zijn dagboek over een actie waarbij hij een bejaarde Joodse vrouw moet ophalen in Amsterdam. Een Duitser schreeuwt haar boos toe dat zij haar huis moet verlaten. “Wij waren lijkbleek, en trilden van angst en woede bij zooveel vertoon van sadisme en gebulder”, vertelt Frank, die zich realiseerde dat het aan hem en de andere OD’er was de vrouw het huis uit te helpen. Zij weigert echter mee te gaan. Frank: “Volkomen logisch zag ze in ons ook twee vijanden en baatte het ons niet, haar rustig te krijgen.” Uiteindelijk dragen de OD’ers de heftig protesterende en tegenstribbelende vrouw naar beneden.
Op 20 juni 1943 werd bij een razzia in Oost- en Zuid-Amsterdam de groep Joden opgepakt die nog in Amsterdam verbleven. Dit gebeurde drie maanden voordat Amsterdam 'Judenrein' verklaard werd. 5542 mensen werden bij de razzia in juni opgepakt, geregistreerd bij het Olympiaplein, Sarphatipark en het Daniel Willinkplein. Vervolgens werden ze per trein naar Kamp Westerbork getransporteerd.
Meer over Razzia Amsterdam 20 juni 1943Razzia in Amsterdam
Op de ochtend van 20 juni 1943 worden Amsterdam-Zuid en een gedeelte van stadsdeel Oost afgesloten. Philip Mechanicus schrijft die dag in zijn dagboek vanuit kamp Westerbork: “[…] onverwacht zijn vannacht om twee uur twintig leden van de Fliegende Kolonne en honderd van de OD opgeroepen en naar Amsterdam gezonden”. De Joodse Ordedienst van Westerbork helpt die dag bij het oppakken van duizenden Joden. Ze zijn te herkennen aan de witte armbanden.
Vervallen vrijstelling
In april 1943 vervalt de Sperre van de OD’ers en zijn ze niet langer uitgesloten van deportatie. Een groot deel van de OD'ers wordt dus alsnog gedeporteerd. Uiteindelijk overleeft ruim een kwart de oorlog. Het merendeel hiervan haalt de bevrijding in Westerbork. Dit zijn vooral de Duitse vluchtelingen die vroeg een plek hebben geclaimd binnen de kamporganisatie en zo zichzelf veilig stelden.