Nederlandse bemanning van 320 Dutch Squadron komt om tijdens crash in Normandië
In de avond van 18 augustus 1944 om 23:05 uur stijgt de Nederlandse crew, bestaande uit Hugo Jan Hadiwidjojo Seelig, Wilhelmus Antonius Henricus Melissen, Rudolf Langendam en Folkert Bouma, van het 320 Dutch Squadron met de Mitchell FW 258-G op vanaf vliegveld Dunsfold. Zeven vliegtuigen doen mee aan de missie, de eerste drie vliegtuigen werpen lichtfakkels af boven de Zak van Falaise in Normandië en met behulp van dat licht bombarderen de andere vier vliegtuigen de Duitse geschutstellingen. Eén vliegtuig keert niet terug: de Mitchell FW 258-G stort neer bij Acqueville.
Geraakt
De vier Mitchell's worden zwaar onder vuur genomen door de Duitse Flak, het luchtafweergeschut. Ze vliegen in formatie achter elkaar, met helemaal achteraan de Mitchell FW 258-G met Hugo, Wim, Rudolf en Folkert. Terwijl de eerste drie vliegtuigen na het laten vallen van hun bommen optrekken om zo te ontkomen aan de Duitse Flak is de Mitchell FW 258-G geraakt en glijdt landinwaarts af totdat het neerstort bij Acqueville. Alle vier de bemanningsleden komen hierbij om het leven.
De 320 Dutch Squadron RAF was een maritiem squadron van Nederlanders binnen de Britse RAF. Het 320 squadron werd op 1 juni 1940 opgericht als de eerste buitenlandse eenheid binnen de RAF. Het 320 squadron had vanaf begin 1941 hun basis aan de Schotse oostkust. Nadat 320 Squadron in het voorjaar van 1943 deel ging uitmaken van Bomber Command legde het zich toe op het bombarderen van het Europese vasteland, waaronder bezet Nederland. Tijdens de Tweede Wereldoorlog voerde het bijna 5.500 gevechtsvluchten uit en verloor 162 bemanningsleden
Meer over 320 SquadronDe Zak van Falaise was een veldslag tussen de geallieerden en Duitsers in Normandië tussen 12 en 21 augustus 1944. Het Duitse leger werd ingesloten zodat terugtrekkende troepen niet konden uitwijken naar het westen. Geallieerde vliegtuigen nemen hierbij vluchtende Duitse troepen zwaar onder vuur. Ondanks dat veel Duitse troepen wisten te ontkomen zorgde de slag ervoor dat Operatie Overlord een geallieerd succes werd.
Meer over Zak van FalaiseDe beelden tonen het 320 (Dutch) Squadron van de Royal Air Force (RAF) in Engeland en tijdens een bombardementsvlucht, met stemmen van geïnterviewde oorlogsvliegers. Ten slotte bezoekt koningin Wilhelmina het squadron en reikt enkele onderscheidingen uit.
Folkert Bouma (St. Jacobiparochie, 8 juni 1921 - Acqueville, 19 augustus 1944) was piloot bij het 320 Dutch Squadron van de RAF. Al voor de Duitse inval volgde hij een opleiding tot vlieger, in de meidagen van 1940 ontsnapte hij naar Engeland. Na verdere opleiding kwam Bouma bij het 320 Dutch Squadron. Bouma stortte neer tijdens een missie in Normandië op 19 augustus 1944. Alle vier de bemanningsleden kwamen om tijdens de crash. Bron: WO2Net Biografieën.
Meer over Folkert BoumaFolkert Bouma
Van de vierkoppige Nederlandse crew komt Folkert als eerste in Engeland aan. Vlak voor de oorlog volgt Folkert zijn jongensdroom om vlieger te worden. In oktober 1939 gaat hij in dienst en volgt een opleiding tot vlieger bij de Vliegschool in Vlissingen. Wanneer de Duitsers binnenvallen op 10 mei 1940 ontsnappen de vliegers op 14 mei naar Frankrijk in hun vliegtuigen en vanaf daar op 29 mei per boot naar Engeland. Hier komen ze op 31 mei aan en na een betrouwbaarheidsonderzoek worden ze in eerste instantie verder opgeleid in Engeland. Vanaf oktober 1940 wordt hun opleiding voortgezet in Nederlands-Indië. Totdat Folkert op 3 september 1941 per boot vertrekt vanuit Soerabaja naar San Francisco. Vanuit daar gaat Folkert per trein naar het Canadese Halifax en vanaf daar weer aan boord van een schip, de SS Nestor, die hem de Atlantische Oceaan overbrengt. Op 4 november 1941 komt de Schotse kust inzicht. In Engeland haalt Folkert uiteindelijk zijn vliegbrevet op 1 april 1942 en wordt hij ingedeeld bij het 320 Dutch Squadron. Op dat moment is het 320 Squadron ingedeeld bij de Coastal Command: ze voeren patrouillevluchten uit langs de kust van Engeland, Noorwegen en Nederland. Hierbij vallen ze ook Duitse schepen aan.
Frankrijk
In de zomer van 1943 verhuist het 320 Squadron en krijgt een andere taak, het wordt onderdeel van Bomber Command en gaat Frankrijk bombarderen. De doelen zijn eerst vooral lanceerplaatsen van de Duitse V-wapens. Vanaf 6 juni 1944, D-Day, bombardeert het 320 Squadron meerdere keren de Duitse verdedigingsposities bij de invasiestranden en verder landinwaarts in Normandië. Hierbij zijn grote verliezen te betreuren. Dit wordt duidelijk aan de hand van de geschiedenis van de Mitchell FW 258-G. Het vliegtuig waarmee Folkert, Wim, Rudolf en Hugo neerstorten heeft daarvoor slechts vier vluchten gemaakt.
V-wapens (Vergeltungswaffen) zijn langeafstandsprojectielen die het Duitse leger onder meer vanuit Nederland lanceerde op doelen die ver achter de geallieerde linies lagen. De V1 was een onbemand straalvliegtuig, de V2 een ballistische raket en de V3 een meerkamerkanon. Op 13 juni 1944 bereikten de eerste V1's Londen. Op 8 september 1944 werden de eerste V2's bij Wassenaar gelanceerd.
Meer over V-wapensWim Melissen (Standdaarbuiten, 5 januari 1924 - Cesny-les-sources, 19 augustus 1944) was Engelandvaarder en vliegtuigboordschutter bij de 320 Dutch Squadron van de RAF. In bezet Nederland pleegde hij verzet totdat hij op 18 februari 1941 vluchtte via Belgie, Frankrijk en Spanje. In Spanje werd hij gearresteerd en zat ruim twee jaar gevangen Uiteindelijk kwam Melissen op 16 oktober 1943 aan in Engeland. Hier werd hij gerecruteerd voor de RAF en stortte neer tijdens een missie in Normandië op 19 augustus 1944. Alle vier de bemanningsleden kwamen om tijdens de crash. Bron: WO2Net Biografieën. Wim wordt geboren op 5 januari 1924 in Standdaarbuiten en woont in Breda. Na de Duitse inval pleegt hij als scholier klein verzet. Op 18 februari 1941 wijkt hij langs de zuidelijke route uit naar het Verenigd Koninkrijk, waar hij, na een langdurig gedwongen verblijf in het Spaanse kamp Miranda de Ebro, op 15 oktober 1943 aankomt. Hij volgt er een opleiding tot korporaal-vliegtuigschutter bij 320 (Dutch) Squadron en doet mee aan elf oorlogsopdrachten. Op 19 augustus 1944, tien dagen na zijn huwelijk, is Wim boordschutter van Mitchell-toestel FW258-G, als het vliegtuig boven de ‘Zak van Falaise’ wordt geraakt door Flak (Flugabwehrkanone, luchtafweergeschut) en neerstort bij Acqueville. Niemand van de inzittenden overleeft de crash; Wim is 20 jaar geworden. Voor zijn eerdere ontsnapping uit bezet Nederland en melding bij de Nederlandse troepen in het Verenigd Koninkrijk, is Wim onderscheiden met het Kruis van Verdienste. Bron: Brabantse Gesneuvelden. Wim pleegde aan het begin van de oorlog klein verzet en vertrok richting Engeland als Engelandvaarder. Hij zat lange tijd vast in een spaans concentratiekamp, voor hij in Engeland aankwam. Hij kwam om tijdens een actie boven Frankrijks Bron: Vereniging Scouting Nederland.
Meer over Wilhelmus Antonius Henricus MelissenWim Melissen
Wanneer de oorlog uitbreekt is Wim 16 jaar oud. Al snel probeert Wim te ontkomen, tussen 7 en 15 juni 1940 doet hij een mislukte vluchtpoging. Ook raakt Wim betrokken bij het verzet, hij steelt wapens van Duitse militairen uit cafés en garderobes. Nadat hij is gewaarschuwd door de Bredase politie dat de Duitsers hem op het spoor zijn vlucht Wim op 18 februari 1941 opnieuw. Via de Belgisch-Franse grens bereikt hij op 25 februari 1941 de demarcatielijn tussen bezet en onbezet Frankrijk en gaat vanaf daar door naar Spanje. Maar op 12 mei 1941 wordt Wim gearresteerd in Spanje. Hij zit tussen 12 mei 1941 en 15 juli 1943 vast in verschillende Spaanse gevangenissen en Kamp Miranda de Ebro.
Ontsnapping
Wim ontsnapt een aantal keer en weet uiteindelijk op 15 juli 1943 te ontkomen naar Portugal. Vanuit Portugal bereikt Wim op 16 oktober 1943 Engeland. Na aankomst wordt hij verhoord en politiek betrouwbaar geacht. Wim komt na een opleiding bij het 320 Squadron als korporaal-vliegtuigboordschutter. In Engeland ontmoet Wim Nellie Monaghan. Ze werkt voor de Women's Auxiliary Air Force, het vrouwenhulpkorps van de RAF. Wim en Nellie trouwen op 10 augustus 1944. De fatale missie van 19 augustus 1944 is Wims elfde vlucht. Hij is dan 20 jaar.
Campo de concentración de Miranda de Ebro was een concentratiekamp in de Spaanse stad Miranda de Ebro, ongeveer 300 km ten noorden van Madrid. Het kamp diende tijdens de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939) als gevangenkamp voor de tegenstanders van Franco. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden er ongeveer 65.000 Spanjaarden en illegale buitenlanders in afwachting van hun uitzetting geïnterneerd. De 'illegalen' waren vluchtelingen (joods en niet-joods), neergeschoten piloten, geallieerde militairen en Duitse deserteurs of collaborateurs.
Meer over Miranda de EbroRudolf Langendam
Net als Wim is Rudolf 16 jaar wanneer de Duitsers Nederland binnenvallen. Ze komen tegelijk aan in Engeland op 16 oktober 1943. Desondanks verschilt hun reis daar naartoe flink. Terwijl Wim in 1941 bezet Nederland verlaat vertrekt Rudolf pas op 3 mei 1943. In de nacht van 4 op 5 mei 1943 steekt hij de grens over tussen België en Frankrijk bij Aulnois met hulp van smokkelaars. In Frankrijk wordt Rudolf opgepakt en zit een week gevangen, daarna wordt hij vrijgelaten. Nadat Rudolf de Pyreneeën oversteekt wordt hij in juli 1943 gearresteerd in Spanje. Na twee weken gevangenschap wordt hij vrijgelaten vanwege zijn jonge leeftijd. Vanuit Spanje ontsnapt Rudolf naar Portugal en reist vanuit Lissabon met hetzelfde konvooi als Wim naar Engeland.
Verhoor
Het oordeel over Rudolf tijdens het verhoor in Engeland is een stuk minder positief: 'Een "naar" onsympathiek jongetje. Is te onbenullig om uitgezonden te zijn en is politiek thans vermoedelijk wel betrouwbaar.' In dit verhoor vertelt Rudolf dat ook hij wapens stal: zes pistolen en twee bajonetten. Desondanks komt ook Rudolf terecht bij het 320 Dutch Squadron.
Rudolf was lid van de Jonge Wacht en wilde eigenlijk op Scouting maar er was geen katholieke groep in de buurt. Aan het begin van de oorlog spioneerde hij bij vliegveld Ockenburg. Hij ging naar Engeland als Engelandvaarder en ging vliegen bijd e RAF. Hij kwam om toen zijn toestel in Frankrijk neergeschoten werd. Bron: Vereniging Scouting Nederland. Rudolf Langendam (Amsterdam, 31 maart 1924 - Acqueville, 19 augustus 1944) was Engelandvaarder en vliegtuig schutter bij de RAF. Op 3 mei 1943 vertrok hij uit bezet Nederland en komt via België, Frankrijk en Spanje in Portugal aan. Vanaf hier vertrok hij naar Engeland en kwam daar aan op 16 oktober 1943. Langendam werd gerekruteerd voor het 320 Dutch Squadron bij de RAF en stortte neer tijdens een missie in Normandië op 19 augustus 1944. Alle vier de bemanningsleden kwamen om tijdens de crash. Bron: WO2Net Biografieën.
Meer over Rudolf LangendamHugo Seelig
De oudste van de vier bemanningsleden is Hugo. Hij is geboren in Bandoeng en gaat daar naar de lagere school. Vader Paul Seelig is componist die oosterse en westerse elementen combineert. Voor de HBS vertrekt Hugo naar Nederland, in 1939 haalt hij zijn diploma. Zowel zijn moeder Louise, zus Clara en broer Paul wonen dan ook in Nederland, vader Paul blijft alleen achter in Bandoeng. Na het behalen van zijn diploma gaat Hugo in militaire dienst. Tijdens de Duitse inval vecht hij in Rotterdam. Hugo maakt het bombardement van Rotterdam mee. De gevolgen hiervan legt hij vast met zijn camera.
Treinreis
Na de capitulatie wordt Hugo krijgsgevangen gemaakt en zit hij gevangen in Lage Vuursche totdat hij in augustus vrijkomt. Op 1 april 1941 vertrekt Hugo met goedkeuring van zijn moeder uit bezet Nederland. Met de trein vertrekt Hugo met drie anderen door België naar Frankrijk. Dit gaat goed totdat een illegale poging de Spaanse grens over te steken mislukt. Hugo wordt gearresteerd en opgesloten in Kamp Gurs. Ook hier fotografeert Hugo en geeft hij een kijkje in het kampleven.
Hugo Seelig (Bandoeng, 8 juli 1918 - Acqueville, 19 augustus 1944) was Engelandvaarder en reserve sergeant waarnemer bij het 320 Dutch Squadron van de RAF. Tijdens de meidagen van 1940 vocht Hugo bij Rotterdam en maakte het bombardement mee. Na de capitulatie werd hij krijgsgevangen gemaakt en later vrijgelaten. Op 1 april 1941 vluchtte Hugo uit bezet Nederland en kwam op 12 juli 1942 aan in Engeland. Na zijn opleiding kwam Hugo bij het 320 Dutch Squadron en stortte neer tijdens een missie in Normandië op 19 augustus 1944. Alle vier de bemanningsleden kwamen om tijdens de crash. Bron: WO2Net Biografieën.
Meer over Hugo Jan Hadiwidjojo SeeligOvertocht en opleiding
Midden januari 1942 vlucht Hugo uit Kamp Gurs. Vanuit Toulouse gaat hij met een konvooi naar Barcelona en vanaf daar naar Lissabon. Via het Engelse Shipping Office komt hij in Gibraltar terecht en vanaf daar bereikt Hugo met een troepentransportschip Glasgow. Op 12 juli 1942 komt Hugo aan in Engeland. Na verhoor wordt Hugo betrouwbaar geacht en krijgt hij een opleiding voor de RAF in Quebec, Canada. Op weg naar deze opleiding fotografeert hij New York en een aantal andere Amerikaanse steden. Ook de opleiding zelf legt Hugo vast. Na zijn opleiding komt Hugo bij het 320 Dutch Squadron. Op de laatste drie vluchten van de Mitchell FW 258 G vliegen Folkert, Rudolf en Hugo samen.
George Frans (Gijs) Hooijer (Voorthuizen, 29 juni 1924 – Rotterdam, 12 maart 1945) was een verzetsstrijder en Engelandvaarder. Hooijer werd door het Bureau Inlichtingen (BI) in de nacht van 5 op 6 juli 1944 boven Laren (GD) gedropt. Hij verzorgde het radiocontact tussen de Groep Blaauw-Rinus (B-R), de Groep Kees, de Groep Peggy, het BI en de Nederlandse regering in Londen. Hooijer werd - als represaille voor de aanslag op Hanns Albin Rauter - door de Sicherheitsdienst in Rotterdam gefusilleerd. Bron: WO2Net Biografieën.
Meer over George Frans HooijerBegraafplaats
Alle vier de bemanningsleden komen om het leven tijdens de crash, ze worden begraven op een Britse begraafplaats in Banneville. Totdat ze begin 1950 worden opgegraven en overgebracht naar Nederland. Vanuit een massagraf gaan alle vier de bemanningsleden in een kist naar Nederland. In Amersfoort worden ze opgebaard en daarna op 28 februari 1950 herbegraven op het Militair Ereveld Grebbeberg.