Papenwegse polder 1625 - 1978 (1980)

In het najaar van 1625 begon men met de voorbereiding voor een bepoldering van het gebied tussen de Veltpolder, de Heer Ketellaan, de Dobbe- en de Veenwatering. * Op 7 januari 1626 kwamen een aantal landeigenaren en landgebruikers met elkaar overeen een polder te stichten. * Het hoogheemraadschap van Rijnland gaf op 2 mei 1626 vergunning tot het doen van een omslag daartoe. De landgebruikers hadden zich inmiddels al voor het maken van dammen ingezet en wilden het daarbij laten. De bouw van de molen moesten de landeigenaars maar betalen, vonden zij. Maar die wilden daar niets van weten. Partijen wendden zich tot Rijnland voor een uitspraak. Die was in het voordeel van de landgebruikers. Voor een goede waterverbinding met de landen aan de zuidzijde van de Papelaan werd een duiker gelegd. Op een in 1641 vervaardigde lijst van polders zien we dat de "Paepwechsmoelen polder" toen ruim 319 morgen groot was. In 1675 en 1709 werd de polder nog met enige morgen vergroot. De zuidelijke grens was bij de Rozenburglaan en het bosperceel Stalpertshout, westelijk was dat de Veenwatering. Noordelijk werd de grens gevormd door de Nieuwe weg en de Klopperskade en oostelijk door de Dobbewatering. Op 27 maart 1723 kregen de poldermeesters van Rijnland vergunning om de ingelanden te gelasten de polderkade te verhogen. Sinds de stichting was deze waterkering zover gezakt dat zelfs in de zomer gevaar bestond dat het boezemwater er overheen zou komen. Het polderbestuur hield overigens de hoefslaglijsten slecht bij. Bij de schouw op het onderhoud van de kaden gaf dat veel problemen. Dat kwam ook doordat de oude verdeling zo was dat de ingelanden soms op eikaars land onderhoud moesten verrichten. Met toestemming van Rijnland werd daarom in 1754 besloten dat voortaan de ingelanden de kaden op hun eigen terrein dienden te onderhouden. De kade tegen de "Stevenspoortgenspolder" werd gemeenschappelijk met die polder onderhouden. Op een gedeelte van die gezamenlijke polderkade lag de Nieuwe weg. * Na het opheffen van het ambacht Wassenaar in 1870 kwam ook het onderhoud van die weg aan de Papenwegse polder. Deze polderweg ten noorden van het huis Zuidwijk liep vanaf de Doedinxlaan oostwaarts de polder in.