Tekeningen en aquarellen gemaakt door Elias "Eduard" Veterman (Den Haag, 9 november 1901 - Laren, 28...
Tekeningen en aquarellen gemaakt door Elias "Eduard" Veterman (Den Haag, 9 november 1901 - Laren, 28 juni 1946). Verzetsdeelnemer. -Schetsboekje [34 pagina’s] met op de kaft “Schetsboekje voor de Hoogere Burgerschool”. Aan de binnenkant van de voorkaft staat handgeschreven ‘E. Necker’ [Eduard Veterman]. In het schetsboekje staan tekeningen gemaakt door Eduard Veterman (in ieder geval) tijdens zijn gevangenschap in het Seminarie te Haaren vanaf februari 1944. Het betreft onder andere tekeningen van Veterman zijn cel in het Oranjehotel, en zijn cel in Haaren. -Schetsboekje met een twintigtal diverse tekeningen. Onder andere Bijbelse taferelen, en tekeningen van locaties en gebouwen in Amsterdam. Omslag met 2 tekenschriften -Tekenschrift met op de voorkant de tekst “Studio Tekenschrift’. Daarin circa 40 tekeningen/schetsen van onder andere huizen en plattegronden. -Tekenschrift met op de voorkant de tekst “Studio Tekenschrift’. Daarin circa 20 schetsen/tekeningen van diverse aard. Omslag -Pentekening van Eduard Veterman, gemaakt tijdens zijn gevangenschap in het Oranjehotel. Betreft een tekening van een in pak gekleed mannelijk persoon in de deuropening van een cel. Rechts op de tekening staat een emmer met daarop het getal 470, verwijzend naar het celnummer. Onderaan de tekening staat handgeschreven: ‘Een meneer met een verlopen Don Juan gezicht’. -Pentekening van Eduard Veterman, gemaakt tijdens zijn gevangenschap in het Oranjehotel. Betreft een interieurtekening van zijn cel. -2 tekeningen van Eduard Veterman met theatraal thema. Beide tekeningen zijn gesigneerd met E.N. [Eduard Necker], en het jaartal 1943. Losse bladen met tekeningen en/of reproducties. Betreft onder andere: -Een pentekening van een Hollandse leeuw, met boven en onderaan geschreven ‘Pro Patria’. -Ex Libris met de teksten: ‘Freedom and Justice’, en ‘Franklin D. Roosevelt’, gesigneerd door Fingesten [Michel Fingesten, 1884-1943]. Aan de achterzijde staat handgeschreven: ‘Van Max Ehrlich bij de première van “Sensatie” april-mei 1942’. -Zwart-witafdruk van een grafisch vormgegeven amazone. -Kleurenafdruk van een grafisch vormgegeven amazone. Omslag -4 ongesigneerde aquarellen gemaakt door Eduard Veterman. Het betreft decorontwerpen voor theaterstukken. Omslag -6 (pen)tekeningen. -Blad met 2 zelfportretten van Eduard Veterman. het betreft potloodschetsen van Veterman die in een ziekbed ligt. Deze tekeningen zijn gemaakt tijdens de gevangenschap van Veterman in de gevangenis van Lüttringhausen (Duitsland). -2 portrettekeningen van een Duitse officier, gemaakt in Lüttringhausen door de Eduard Veterman. -Kartonnenmapje met handgeschreven naam ‘E. Veterman’ [Etty Veterman]. Daarin 7 bladen met deels getekende, en deels geplakte scènes van “Ali Baba en de Veertig Rovers”. De Joodse Eduard Veterman studeerde voor de oorlog aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag. Weliswaar actief als tekenaar en schilder ontwikkelde Veterman zich ook tot schrijver, en maakte hij als toneelschrijver en regisseur naam in de theaterwereld. In 1936 trouwde hij met de in Frankrijk woonachtige Nederlandse Joodse vertaalster Katy van Witsen. In 1937 werd hun dochter Etty Saromina Louise geboren. Vlak voor de oorlog verhuisde het gezin terug naar Nederland, waar ze zich in Blaricum vestigden. Nadat Veterman een aanstelling had gekregen bij de Hollandsche Schouwburg verhuisden ze naar Amsterdam. Daar namen ze intrek in het souterrain van de Keizersgracht 763. Al vroeg in de oorlog begon Veterman met het vervalsen van persoonsbewijzen en documenten. In eerste instantie om zichzelf een andere afkomst en identiteit te geven, die van het alter ego Eduard Jacques Necker. In 1942 raakte Veterman betrokken bij de verzetsgroep “Luctor et Emergo”, waar de Keizersgracht 763 het hoofdkwartier van werd. Nadat de Hollandse Schouwburg in juli 1942 was gevorderd en gesloten legde Veterman zich volledig toe op het verzets-/vervalsingswerk. Op 11 oktober 1943 werd hij echter gearresteerd. Eerst werd hij naar de Polizeigefängnis in Scheveningen (Oranjehotel) gebracht. Eind februari 1944 werd hij overgebracht naar het Grootseminarie in Haaren (Noord-Brabant). Daar bleef hij tot hij in juni dat jaar naar de kriegswehrmachtsgefängnis in Utrecht werd gebracht. In Utrecht stond hij op 4 juli 1944 terecht voor de krijgsraad die hem ter dood veroordeelde. Enkele weken later volgde een overplaatsing naar de Duitse strafgevangenis in Lüttringhausen. Daar werd Veterman uiteindelijk op 15 april 1945 bevrijd door het Amerikaanse leger. Terug in Nederland schreef Veterman onder andere het toneelstuk “Het Oranje Hotel”, en het boek “Keizersgracht 763” met herinneringen over zijn verzetswerk en de groep Luctor et Emergo. Ook begon hij aan een boek waarin hij zaken aan het licht zou brengen over Nederlandse militairen en politici die tijdens de oorlogsjaren in Londen hadden gezeten. Het boek werd echter nooit voltooid. Op 28 juni 1946 kwamen Veterman en zijn zwangere vrouw Katy om het leven bij een verkeersongeval, toen zij in Laren werden aangereden door een militaire vrachtwagen.
- Collectie Verzetsmuseum Amsterdam
- 19782
- Gevangenis
- Veterman, E.
- Verzet, Joods
- Gevangenis, Scheveningen
- Veterman, E.S.L.
- Amsterdam
- Veterman-Van Witsen, K.
- Gevangenis, Utrecht
- Duitsland
- Verzetsgroep, Luctor Et Emergo/Fiat Libertas
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer