Doosje met speelkaartjes, in gevangenschap gemaakt door Eduard Veterman (Den Haag, 9 november 1901 -...
Doosje met speelkaartjes, in gevangenschap gemaakt door Eduard Veterman (Den Haag, 9 november 1901 - Laren, 28 juni 1946). Verzetsdeelnemer -Kartonnen doosje met circa 100 speelkaartjes. Op de voorkant staat Patience geschreven, boven een afbeelding van 2 in elkaar stekende ringen. Op de achterkant staat een afbeelding van een stadsgezicht met brug, en handgeschreven de naam 'E. Necker' (schuilnaam Eduard Veterman). De Joodse Eduard Veterman studeerde aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag, waar hij werd opgeleid tot beeldend kunstenaar. Weliswaar actief als tekenaar en schilder ontwikkelde Veterman zich ook tot schrijver, en maakte hij als toneelschrijver en regisseur naam in de theaterwereld. In 1936 trouwde hij met de in Frankrijk woonachtige Nederlandse Joodse vertaalster Katy van Witsen. In 1937 werd dochter Etty Saromina Louise geboren. Vlak voor de oorlog verhuisde het gezin terug naar Nederland, waar ze zich in Blaricum vestigden. Nadat Veterman een aanstelling had gekregen bij de Hollandsche Schouwburg verhuisden ze naar Amsterdam. Daar namen ze intrek in het souterrain van de Keizersgracht 763. Al vroeg in de oorlog begon Veterman met het vervalsen van persoonsbewijzen en documenten. In eerste instantie om zichzelf een andere afkomst en identiteit te geven, die van het alter ego Eduard Jacques Necker. In 1942 raakte Veterman betrokken bij de verzetsgroep “Luctor et Emergo”, waar de Keizersgracht 763 het hoofdkwartier van werd. Nadat de schouwburg in juli 1942 was gevorderd legde Veterman zich volledig toe op het verzets-/vervalsingswerk. Op 11 oktober 1943 werd hij echter, door verraad, gearresteerd. Eerst werd hij naar de strafgevangenis in Scheveningen (Oranjehotel) gebracht. Eind februari 1944 werd hij overgebracht naar het Grootseminarie in Haaren (Noord-Brabant). Daar bleef hij tot hij in juni dat jaar naar de kriegswehrmachtsgefängnis in Utrecht werd gebracht. In Utrecht stond hij op 4 juli 1944 terecht voor de krijgsraad die hem ter dood veroordeelde. Enkele weken later volgde een overplaatsing naar de Duitse strafgevangenis in Lüttringhausen. Daar werd Veterman uiteindelijk op 15 april 1945 bevrijd door het Amerikaanse leger. Terug in Nederland schreef Veterman onder andere het toneelstuk “Het Oranje Hotel”, en het boek “Keizersgracht 763” met herinneringen over zijn verzetswerk en de groep Luctor et Emergo. Ook begon hij aan een boek waarin hij zaken aan het licht zou brengen betreffende Nederlandse militairen en politici die tijdens de oorlogsjaren in Londen hadden gezeten. Het boek werd echter nooit voltooid. Op 28 juni 1946 kwamen Veterman en zijn vrouw om het leven bij een verkeersongeval, toen zij in Laren werden aangereden door een militaire vrachtwagen.
- Collectie Verzetsmuseum Amsterdam
- 19821
- Veterman, E.
- Verzet, Kunstenaars
- Verzet, Joods
- Lüttringhausen
- Gevangenis, Scheveningen
- Spionage
- Amsterdam
- Vervalsingswerk
- Onderduik
- Gijzelaarskamp, Haaren
- Verzetsgroep, Luctor Et Emergo/Fiat Libertas
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer