Enschede, herdenkingskruis
Het herdenkingskruis in Enschede is opgericht ter nagedachtenis aan acht Haaksbergse burgers die hier op 3 mei 1943 door de bezetter zijn gefusilleerd. De namen van de acht slachtoffers luiden: J.H. Asbroek (geb. Haaksbergen 01-04-1906), W. Barends (geb. Rotterdam 23-10-1913), B.H. Bos (geb. Haaksbergen 25-08-1922), J.H. Geuvers (geb. Haaksbergen 17-07-1923), G.J. Holterman (geb. Haaksbergen 12-01-1926), J. Oltwater (geb. Borculo 21-01-1881), W.Th.J. van Sark (geb. Haaksbergen 13-09-1913) en A.B. Wijlens. In 1943 werd door 'Wehrmachtsbefehlshaber' generaal F.Christiansen aangekondigd dat 300.000 Nederlandse militairen alsnog in krijgsgevangenschap zouden worden afgevoerd. Als protest tegen deze maatregel brak spontaan overal in Nederland de April-Meistaking uit. Nog voordat de officiële bekendmaking in de avondbladen van donderdag 29 april 1943 verscheen, werd dit nieuws verspreid door heel Nederland. Dit kwam doordat drukkerij Smit aan de Telgen in Hengelo diezelfde middag het nieuws al op de ruiten van de drukkerij had geplakt. Op deze wijze kon iedere voorbijganger het onheilspellende nieuws lezen, dat zich als een lopend vuurtje verspreidde. Omdat er op het plakkaat geen melding van uitzonderingen werd gedaan, ontstond er onder de Twentse bevolking een grote onrust. Zo ook bij de arbeiders van machinefabriek Stork. In de fabriekshallen bespraken zij de inhoud van het aanplakbiljet dat zij op weg naar het werk hadden gelezen. Toen zij er lucht van kregen dat de personeelsleden van de Nederlandse Spoorwegen het werk wilden neerleggen, besloten ook zij over te gaan tot een spontane staking. De heer Tj. Roorda ging de hallen langs om iedereen op te roepen mee te doen. Diezelfde middag breidde de staking zich uit over een aantal Hengelose bedrijven, o.a. Dikkers, Hazemeyer, Zoutindustrie, De Jong en Van Dam en de voorlopers van de IJsselcentrale. Telefonistes gaven het bericht door aan collega's in andere plaatsen: 'Hengelo staakt - staakt u ook?'. In de loop van de week legden ongeveer 21.000 werknemers bij 41 grote Twentse bedrijven het werk neer. Ook in de Limburgse mijnstreek gaf men massaal gehoor aan de oproep. De bezetter reageerde furieus en trok op de eerste stakingsdag al schietend door Hengelo. Er volgde een uitgaansverbod vanaf 20.00 uur. Fabrieksdirecteuren, bedrijfsleiders en bazen werden opgepakt en aan een verhoor onderworpen. Men wilde weten wie tot deze staking had opgeroepen. De bezetter geloofde niet dat de actie spontaan was ontstaan en had het vermoeden dat het verzet erachter zat. De bedrijfsfunctionarissen kregen het bevel om maandag 3 mei 1943 het werk te hervatten. Mensen die geen gehoor gaven aan deze oproep, konden op zware straffen rekenen. Met goedkeuring van dr. Seyss-Inquart werd het 'Polizei-Standgericht' ingevoerd. Het gevolg was dat de meeste arbeiders weer aan de slag gingen. Slechts enkelen besloten onder te duiken. Bij de firma D. Jordaan & Zonen's Textielfabrieken te Haaksbergen waren negen mensen nog steeds niet op hun werk verschenen. Toen zij 's middags wel op hun werk kwamen, werden ze gearresteerd en weggevoerd. 's Avonds stopte aan de Hengelosestraat te Enschede ter hoogte van de Steenriet een overvalwagen van de Grüne Polizei. Negen mannen kregen het bevel om uit te stappen en weg te lopen. Vervolgens werden zij ter plekke met mitrailleurs neergeschoten. Twee van hen wisten te ontsnappen, één van hen werd de volgende ochtend van zijn werk gehaald en alsnog gefusilleerd. In totaal zijn tengevolge van de April-Meistaking tachtig Nederlanders gefusilleerd. Nog eens 95 anderen werden op straat doodgeschoten. Onthulling Het monument is onthuld in 1946.
- Oorlogsmonumenten
- monument
- 2545
- Verzet Nederland
- Kruis
- Burgerslachtoffers
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer