Brief van Antoon Jeuken aan familie, 11 november 1939
Brief van Antoon Jeuken aan familie, 11 november 1939 geschreven te Handel tijdens mobilisatie Antoon Jeuken (12 januari 1916 geboren te Nijmegen) was dienstplichtig soldaat in het 17e Regiment Infanterie en was vanaf 27 augustus 1939 tot de capitulatie gemobiliseerd. Tijdens zijn mobilisatie schreef hij brieven aan zijn familie. Na de capitulatie was hij werkzaam als onderwijzer. 20 juni 1943 verloofde hij zich met Tiny Middendorp. 10 juli 1943 werden oud-gemobiliseerden opgeroepen voor krijgsgevangenschap en door Antoon Jeuken onder. In die tijd schreef hij 2 brieven die zogenaamd uit Duitsland kwamen om mensen te overtuigen dat hij in krijgsgevangenschap was gegaan. In december 1943 wist hij zo in Bergen legaal benoemd te worden tot distributieambtenaar. In die tijd schreef hij vele brieven aan zijn verloofde. In augustus 1944 door hij opnieuw onder, deze maal in Castenray onder de valse naam Piet Jansen. Vanuit hier kwam hij in contact met Amerikanen bij de luchtlandingen te Son en 24 augustus 1944 trad hij in dienst bij de Stoottroepen reg nr 0100037. 26 juli 1945 huwde hij Tiny Middendorp en 5 augustus 1945 ontving hij eervol ontslag uit de Stoottroepen op eigen verzoek. Inhoud Handel, 11 november, 1939. Lieve Ouders, broertjes en zusjes, Uw pakje en diploma’s heb ik in beste dank ontvangen. De schoenen heb ik aan m’n kostbaas gegeven - ze waren wel 5 maten te groot en te slecht om een kwartje aan te wagen om ze terug te sturen. Ik durfde ze niet goed in te leveren, juist omdat ze te groot waren en je dezelfde maat terugontvangt. Voor Uw zorgen en moeite mijn hartelijke dank. Zonder nu U direct ongerust te willen maken, het is nu half acht en we staan gevechtsklaar om de stellingen te betrekken. De wildste geruchten doen momenteel de rondte. Alvorens het te laat is en we moeten vechten, wil ik nog een hartelijk woordje met U wisselen. Ik ben nu volkomen kalm en tot alles bereid. Met het eeuwige is reeds sinds lang alles in orde. Nu wil ik U echter nog enige dingen schrijven, niet direct voor de anderen bestemd, alleen voor U. Wat U de andere broers en zusjes wilt zeggen, dat laat ik aan u over. Als ik m’n leven zo eens overzie, dan weet ik dat er verschillende dingen in zijn, waarmee ik U ooit bedroefd heb en zeer erg bedroefd heb. Ik weet ook, dat dit reeds sinds lang vergeven en vergeten is, maar nogmaals vraag ik U van harte vergiffenis, voor alles wat ik ten uwen opzichte ooit misdaan hebt. Mocht er misschien iets zijn, wat U mij ooit verkeerd hebt aangedaan, ik kan mij echter niets herinneren, het is U van harte vergeven. Ik weet echter zeker dat ik bij U in het krediet sta. Dan dank ik U nog hartelijk voor alle moeiten, zorgen en raadgevingen, welke ik van U mocht ondervinden. Als er ooit een eind aan de oorlog komt en wij leven nog, ik weet zeker dat ik het nooit kan goed maken en vergoeden, doch zal zeker trachten in alle opzichten, een dankbare kerel te blijven. Wat mijn lieve broertjes en zusjes aangaat, voor hen ben ik ook meerdere malen onaardig en onchristelijk geweest. Ook hen vraag ik vergeving voor alles wat ik ze aangedaan heb. Bidt allen veel voor de vrede, over ons land en voor mij, jullie liefhebbende broer. De toestand is slechter dan ze ooit in de wereldoorlog is geweest. Ook ik zal wel voor U allen bidden, dat wij allen weer eens tezamen rond de tafel mogen zitten, weer in dezelfde rust en geluk als met de zilveren bruiloft. Ik kan er niets aan doen, maar ik zal me gedragen als een 100% soldaat. O.L.H. zorgt wel voor mij, eveneens m’n engelbewaarder, die reeds goede gevaarlijke baantjes voor mij heeft op te knappen gehad. Wat Gonda betreft, U moogt het gerust weten, van haar ben ik zeker, alhoewel ik nog enige jaartjes geduld zal moeten hebben Ik heb deze zaak lang en degelijk doordacht en er veel voor gebeden. Niets was er wat mij tegenhield. Misschien wel wat vlug van stof geweest, doch ik ben er van overtuigd, dat als eenmaal de tijd rijp is, zij een goede vrouw voor mij zal zijn. Ik dank U nog hartelijk voor de wijze lessen en goede raad, die ik ten aanzien van een toekomstige levensgezellin van U mocht ontvangen. Mijn brief zal vandaag niet langer zijn, nogmaals die komt niet voort uit vrees of bangheid, maar is een kwestie van voorzorg. Ik hoop U nog veel te kunnen schrijven en op de hoogte te houden van mijn toestand. Nogmaals mijn oprechte dank en gebed. Verder mijn hartlelijke groeten, van Uw liefh. Zoon en broer, Antoon Voorlopig veldpostadres: 2-III=17RI 3e sectie Veldpost(N.B.) N.B. Schrijft U spoedig terug?
- Schriftelijke bronnen
- brief
- Schriftelijke bronnen
- 5.3.22255
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer