Thorbecke Scholengemeenschap te Utrecht
Geschiedenis Proloog Toen in 1980 het honderdjarig bestaan werd gevierd van de Thorbecke Scholengemeenschap, verscheen er van de hand van de oud-leerling, oud-leraar en oud-conrector H.W.J. Volmuller een overzichtelijk boekje met een uiteenzetting over de geschiedenis van bovengenoemde school. Voor de verduidelijking dienen ook in deze inventaris enige navrante momenten uit de schoolhistorie naar boven gehaald te worden; het zou het onderzoek in het archief ten goede komen. Dat ik hiertoe bovengemeld werkje intensief gebruikt heb, behoeft geen betoog; dat ik soms ook duidelijk 'herhalend' werk heb verricht, behoeft enig excuus. Stadsteekenschoolen - de Burgerdag- en -avondscholen (1867-1880) Terwijl de Maatschappij van Nijverheid en Handel cursussen gaf in natuur-, schei- en werktuigkunde, konden al sinds 1822 gedurende de wintermaanden tal van geïnteresseerden tegen zeer geringe prijs onderricht ontvangen in het bouwkundig tekenen, het handtekenen en de wiskunde in een lokaal boven de Waag (het huis 'Keijzerrijk'). Op 1 januari 1867 werden deze inrichtingen samengevoegd in een Burgerdag- en -avondschool, die aanvankelijk gehuisvest werd in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen aan de Mariaplaats. Vanaf september 1870 werd een schoolgebouw in gebruik genomen dat op het voormalige Begijnebolwerk opgetrokken was naar plannen van gemeentearchitect C. Vermeijs met 17 klaslokalen en zalen, een directeurs- en een docentenkamer en ingebouwd een woning voor de conciërge. In datzelfde jaar werd zelfs centrale verwarming aangelegd. In tegenstelling tot de Burgerdagschool, bestemd voor jonge ambachtslieden, beantwoordde de Burgeravondschool wel aan de tevoren gestelde verwachtingen. Op deze laatste opleiding kon de aanstaande ambachtsman, "na over dag practisch te hebben gewerkt, hetzij bij den patroon, hetzij als leerling der Ambachtschool in het winterhalfjaar gelegenheid vinden, niet alleen op het genoten lager onderwijs voort te bouwen, maar zich ook in de theorie van het vak zijner keuze bekwamen". De Hogere Burgerschool (1880-1951) Op 23 april 1880 keurde de gemeenteraad van Utrecht de voorstellen van een commissie, ingesteld om de problemen, gerezen bij de Burgerdagschool, te onderzoeken, goed tot oprichting van een Hogere Burgerschool (HBS) met driejarige cursus. Onder J.E. Fischer als directeur begon deze 'tussenopleiding' voor leerlingen die te weinig baat vonden bij het lager onderwijs en voor wie de Rijks Hoogere Burgerschool of het Stedelijk Gymnasium te uitgebreid was. Een eerste aanbouw aan het gebouw had reeds plaats in 1886 en 1892, gevolgd door één in 1903. Op 9 augustus 1898 werd voor het eerst een meisje toegelaten. Op 1 september van het jaar daarop werd aan de HBS als vierde klas een Handelsklasse toegevoegd en met de aanvang van de cursus 1905/06 kwam er een tweede Handelsklasse als vijfde klas bij. Dit evolueerde langzamerhand tot een HBS-A (de literair-economische kant) met vijfjarige cursus. In 1918 was men tot de oprichting gekomen van een schoolvereniging 'Animo', om buiten schooltijd de verschillende groeperingen binnen de gemeenschap van de school met elkaar te integreren. Er werden uitstapjes, lezingen, etc. georganiseerd en er ontwikkelde zich een bloeiend schoolblad. Met ingang van de cursus 1925/26 werden ouderavonden gehouden om ook de ouders in de onderwijsproblematiek te betrekken. Een professioneel opgezette bibliotheek kreeg haar grondslag in 1930 door een fonds, dat de naam kreeg van de leraar Nederlands, Coenraad Brandt. Dit fonds, waarvan iedere ouder lid kon zijn, bood hulp bij bijvoorbeeld aanschaf van nieuwe boeken. Gemeentelijk lyceum (1951-1961) - Thorbeckelyceum (1961-1968) Na moeilijke oorlogsjaren, vordering van de school, mobilisaties, vervolgingen, honger, bleek na 1945 dat de school zich breder moest gaan oriënteren in zijn onderwijsvorm. Per 1 september 1951 kreeg het de lyceumvorm met een HBS-A met 5-jarige cursus, HBS-B met 5-jarige cursus (wis- en natuurkundige richting) en een Gymnasium met 6-jarige cursus. De rector, dr. B.G.L.M. Tosseram, werd na de uitbreiding van de school bijgestaan door conrectoren. Thorbecke Scholengemeenschap (1968-) Vanaf de jaren '60 maakte de school de soms rigoureuze veranderingen mee, die zich voltrokken in vele geledingen van de maatschappij. In 1968 trad de zogenaamde Mammoetwet (officieel: Wet op de Regeling van het Voortgezet Onderwijs van 12 februari 1963) in werking, wat grote gevolgen had voor het onderwijs in het algemeen en voor het Thorbeckelyceum in het bijzonder: de HBS verdween en de 'Scholengemeenschap', met Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs (schooltypen gymnasium en atheneum) en havo (Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs) deed zijn intrede; vakkenpakketten werden ingevoerd en kreten als 'Centraal Schriftelijk' en 'Schoolonderzoeken' werden gevleugeld. Ook democratisering van het onderwijs stond in deze jaren hoog in het vaandel. Nadat in 1959 officieel een Oudervereniging in het leven was geroepen, ontstond in 1973 een leerlingenraad en in 1974 een schoolparlement. Elke geleding binnen de 'onderwijsfabriek' werd betrokken bij de dagelijkse gang van zaken. De instelling van de Scholengemeenschap en de opheffing van de Gemeentelijke HBS aan de Catharijnesingel hadden een grote toeloop van nieuwe leerlingen tot gevolg: tussen 1965 en 1971 steeg het aantal van 602 naar 952. Het gebouw aan de Van Asch van Wijckskade bleek veel te klein te worden en in 1969 werd in de Utrechtse wijk Overvecht aan de Vuurlanddreef een dependance geopend. Tevens kon men gebruik gaan maken van de sporthal De Dreef aan de Drielenborchdreef. Sinds dat jaar ook wacht de Thorbecke Scholengemeenschap op een goed geoutilleerd en vooral ruim opgezet nieuw schoolgebouw.
- Archieven Utrecht
- Archief
- 770
- Onderwijs en Wetenschap
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer