Ga direct naar: Hoofdnavigatie
Ga direct naar: Inhoud
Alle bronnen

Rijks H.B.S. aan de Kruisstraat te Utrecht

1866 - 1968

Geschiedenis Proloog In de eerste helft van de negentiende eeuw kwam de industrialisering van Nederland op gang. Dit betekende dat de maatschappij behoefte kreeg aan goed opgeleide mensen, die vernieuwingen in techniek en wetenschap konden doorvoeren. Helaas kon het Nederlandse onderwijs van die tijd er niet op inspringen. Er moest dus het een en ander aan het onderwijs veranderd worden. In 1838 kwam het derhalve tot een verbinding van zogenaamde tweede afdelingen aan gymnasia. Deze tweede afdelingen leidden "jongelingen" op, die zich "door een beschaafde opvoeding willen voorbereiden om met nut in andere maatschappelijke betrekking werkzaam te zijn". Toch bleef het onderwijs in gebreke om te voorzien in goed opgeleid personeel. Thorbecke kwam daarom in 1862, als minister van Binnenlandse Zaken, waaronder tot eind 1918 het onderwijs viel, met een wetsvoorstel regelende het middelbaar onderwijs. Op 2 mei 1863 kwam er de wet op het middelbaar onderwijs. De Hogere Burgerscholen, als produkt van deze wet, konden niet lang daarna van start gaan A. Bartels, Een eeuw middelbaar onderwijs, 1863-1963. Groningen, 1963, p. 1-18 . Geschiedenis van de Rijks H.B.S. te Utrecht In Utrecht duurde het tot 1866, voordat de eerste hogere burgerschool van start kon gaan. Reeds in 1850 werd door de gemeente Utrecht een technische school gesticht. Deze school had een driejarige cursus en was bestemd voor leerlingen van 14 tot 18 jaar. Het leerprogramma was nagenoeg gelijk aan dat van de latere Hogere Burgerschool Rijks H.B.S. Utrecht, 1866-1966, p. 5-15 . In 1866 gaf het Rijk de gemeente Utrecht in overweging om een middelbare school op te richten en daarin de technische school te laten opgaan. De gemeenteraad gaf echter de voorkeur aan een Rijksschool. De inrichting van de lokalen van het in datzelfde laar gebouwde pand, door de architect directeur der gemeentewerken C. Vermeijs Utrechtse Volks-Almanak, 1868. Utrecht, 1868, p. 170-174 , zou voor rekening komen van de gemeente Utrecht. Een en ander leidde ertoe dat de gemeentelijke technische school veranderde in een Rijks H.B.S. Rijks H.B.S. Utrecht, p. 5-15 . Met ingang van het schooljaar 1866/1867 ging de onderwijsinstelling van start. Op 24 september werd de school officieel geopend en de dag daarna begonnen de lessen. Volgens de inspecteur van onderwijs dr. J. Bosscha diende de school een modelschool te zijn, met aan het hoofd een hoogleraar-directeur, te weten prof.dr. J. Engelbrecht Utrechts Provinciaal en Stedelijk Dagblad, 25 september 1866 . De school startte met 50 leerlingen Rijks H.B.S. Utrecht, p. 5-15 . Gedurende de jaren breidde dit aantal zich snel uit. Het kwam zelfs zover, dat in 1902 van gemeentewege werd besloten om een gemeentelijke H.B.S. op te richten, om de Rijks H.B.S. enigszins te ontlasten Gemeenteraadsverslag, 16 januari 1902 . Aanvankelijk was de school bedoeld om jongens op te leiden. Toch werd hiervan in 1892 voor het eerst afgeweken. Het meisje W.H. ten Bruggencate werd toen tot de school toegelaten. De toelating van meisjes ging niet zoals bij jongens. Meisjes die naar de H.B.S. wilden, moesten hiertoe een verzoek richten tot de minister. In 1907 kwam hieraan een einde. Meisjes werden sindsdien volkomen gelijkgesteld met jongens Rijks H.B.S. Utrecht, p. 27-35 . Aangezien het diploma van de H.B.S. gericht was op het bekleden van maatschappelijke posities, hadden de leerlingen van de H.B.S. geen toegang tot studies aan de universiteit. In 1878 kwam hierin verandering. De artsenwet werd van kracht. Hierdoor kregen leerlingen van de H.B.S. de mogelijkheid om een artsenstudie te volgen. Overigens betekende dit niet, dat H.B.S.'ers academische examens mochten afleggen. Dit bleef voorbehouden aan gymnasiasten. In werkelijkheid legden H.B.S.'ers examens af, die volkomen identiek waren. Op 4 mei 1917 nam de Tweede Kamer een wetsvoorstel aan, waarbij H.B.S.'ers werden toegelaten tot het afleggen van examens aan de faculteit voor wis- en natuurkunde. In de volgende jaren werden de mogelijkheden om universitare examens te mogen afleggen verder uitgebreid A. Bartels, p. 132-146 . In 1918 heerste in Nederland een Spaanse griepepidemie. De school werd van 6 november tot 16 november gesloten Inv.nr. 19, 56 . In 1919 bouwde men een linkervleugel aan het gebouw Inv.nr. 221 . De Duitse bezetting betekende voor de school een moeilijke tijd. Al spoedig na het begin van de Duitse bezetting, 10 mei 1940, kwamen de eerste maatregelen van het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. De heer S. Engers diende, na een staat van dienst, als leraar, van 31 jaar, ontslag te nemen Inv.nr. 88 . Verder mochten met ingang van het schooljaar 1941/1942 geen Joodse leerlingen meer worden toegelaten tot de school Inv.nr. 354 . Toch waren er ook wel redenen tot genoegen. Zo had de school in 1942 500 leerlingen. Hiermee was de school de grootste H.B.S. van Nederland geworden. Rijks H.B.S. Utrecht, p.27-35 . In mei 1943 werd het schoolgebouw door de Duitsers gevorderd Inv.nr. 71 . De school moest nu gebruik gaan maken van het schoolgebouw van de gemeentelijke H.B.S.-A aan de Van Asch van Wijckskade Rijks H.B.S. Utrecht, p.27-35 . Van 1 november tot 1 april 1945 werd het schoolgebouw van de H.B.S.-A gevorderd Inv.nr. 35: archief van de Thorbecke Scholengemeenschap . Er werd vanaf dat moment taaksgewijs onderwijs gegeven. Daarbij dienden de leerlingen wekelijks taken te halen in het schoolgebouw van de meisjes-H.B.S. Van 1 april tot 5 mei 1945 werd er lesgegeven in het universiteitsgebouw Rijks H.B.S. Utrecht, p.27-35 . Op 19 mei werd het gebouw aan de Kruisstraat vrijgegeven en op 8 juni vond de officiële heropening plaats in de Nicolaïkerk Inv.nr. 77 . In september 1945 werd de schoolvereniging TAVENO opgericht. TAVENO is de afkortingsnaam voor: Tot Algemeen Vermaak En Nuttige Ontspanning. In 1947-1948 werd gepoogd de school om te zetten in een Lyceum. De gemeente Maartensdijk zou daarbij de gymnasiale afdeling voor haar rekening nemen. Aanvankelijk stond de gemeente Maartensdijk niet afwijzend tegenover de plannen. Toch trok ze zich na enige maanden terug. Het gemeentebelang, dat voor Maartensdijk de enige maatstaf was, was er niet mee gediend Inv.nr. 78 . In 1948 werd een A-afdeling aan de school verbonden Inv.nr. 79 . Bij een A-afdeling van een hogere burgerschool stonden de letterkundige vakken centraal, in tegenstelling tot de B-afdeling. Bij de laatstgenoemde afdeling vormden de natuurkundige vakken de kern van de opleiding A. Bartels, p. 132-146 . Na een periode van lange voorbereiding kwam in 1963 de mammoetwet tot stand. De mammoetwet werd in het leven geroepen om in het onderwijs de meer specifieke aanleg en belangstelling van de leerlingen tot hun recht te laten komen. Daarnaast diende de wet om het verschijnsel overlading van een groot aantal vakken te doen verdwijnen. Een en ander zou er dan toe leiden, dat de leerling zich meer zou moeten concentreren op minder vakken. Dit zou dan de verdieping en verwerking van het geleerde ten goede kunnen komen. De plaats van de H.B.S. in het onderwijsbestel zou worden overgenomen door het Atheneum en het HAVO. Het Atheneum zou dan de taak op zich nemen om leerlingen klaar te stomen voor het volgen van een universitaire studie. Het HAVO zou de oorspronkelijke taak van de H.B.S. overnemen, te weten de voorbereiding op de maatschappij A. Bartels, p. 132-146 . Een ander aspect van de mammoetwet is haar stimulans tot samenvoeging van scholen tot scholengemeenschappen. Een en ander leidde er voor de Rijks H.B.S. toe, dat werd besloten om de school weer terug te laten gaan in handen van de gemeente Utrecht en samen te voegen met de Gemeentelijke H.B.S. en M.M.S. voor Meisjes aan de Wittevrouwenkade. Nadat eerst in het schooljaar 1967/1968 een gemeenschappelijke brugklas werd gevormd, was de scholengemeenschap vanaf het schooljaar 1968/1969 één instelling. De Rijks H.B.S. aan de Kruisstraat maakte vanaf 16 augustus 1968 deel uit van het Gemeentelijk Atheneum met afdelingen HAVO, H.B.S. en M.M.S. Per 1 september 1970 werd de M.M.S. opgeheven. In 1973 vond er een naamsverandering plaats. De school kreeg de naam Traiectum College. Sinds 1976 maakte ook de Willem de Zwijger MAVO deel uit van de scholengemeenschap. Per 1 augustus 1981 hield de school op te bestaan.

Collectie
  • Archieven Utrecht
Type
  • Archief
Identificatienummer van Het Utrechts Archief
  • 792
Trefwoorden
  • Onderwijs en Wetenschap
Disclaimer over kwetsend taalgebruik

Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer

Ontvang onze nieuwsbrief
De Oorlogsbronnen.nl nieuwsbrief bevat een overzicht van de meest interessante en relevante onderwerpen, artikelen en bronnen van dit moment.
WO2NETMinisterie van volksgezondheid, welzijn en sportVFonds
Contact

Vijzelstraat 32
1017 HL Amsterdam

info@oorlogsbronnen.nlPers en media
Deze website is bekroond met:Deze website is bekroond met 3 DIA awardsDeze website is bekroond met 4 Lovie awards