Fredericapolder, 1849-1959

Inleiding De Fredericapolder, 319 ha groot, werd in 1851 bedijkt. Het betrof de schorren vóór de Reigersbergsche Polder, die de ambachtsgerechtigden in maart 1851 hadden verkocht aan de Belgische families Leirens, Goffinet en Gheldolf te Gent. De geul Oudemansgat werd daarmee afgesloten. Twee jaren tevoren, op 15 november 1849, was reeds een contract van suatie gesloten tussen de dijksdirectie van de Reigersbergschepolder en de gerechtigden in het ambacht Maire, die tevens eigenaars van de daarvoor gelegen schorgronden waaruit door bedijking de latere Fredericapolder zou voortkomen, waren. In dit contract werd bepaald dat het opperwater van de te vormen polder mocht sueren via een sluis die zou worden aangebracht in de zuidelijke dijk van de Reigersbergschepolder (inv.nr 5). Hoewel zelf niet waterkerend, immers in 1864 werd de Zimmermanpolder bedijkt, draagt hij als achterliggende polder bij aan de waterkering van de calamiteuze Zimmermanpolder. Ook in de dijkraad van de voornoemde polder was hij tot 1 januari 1959 met één man vertegenwoordigd, welke eveneens zitting had voor de Emmanuëlpolder. Het archief van de Fredericapolder is zeer weinig omvattend. De serie notulen ontbreekt geheel, daar de polder in eigendom aan een naamloze vennootschap behoort en er dientengevolge geen vergaderingen van ingelanden zijn gehouden. In 1958 kwam er een eind aan het zelfstandig voortbestaan van de Fredericapolder, daar zij per 1 januari 1959 werd opgenomen in de polderconcentratie op Zuid-Beveland, welke op deze datum als het waterschap "De brede watering van Zuid-Beveland" in werking trad. Aan deze inventaris zijn voorbereidende werkzaamheden verricht door de heer W.L.A. Roessingh. Literatuur ‘Provinciale almanak voor Zeeland’, 1959, p. 557, 656, 657 M.H. Wilderom, ‘Tussen afsluitdammen en deltadijken’, deel 3 (Vlissingen 1968), p. 170 [‘Frederikapolder’] J.M. van Bommel van Vloten, ‘De honderdjarige Fredericapolder’, in: ‘Zeeuwsch Landbouwblad’ 39 (1951) 2075 (16 juni), p. 7 B. Helmus, ‘Een bunkerrooier doet zes rijen tegelijk ... Geschiedenis van de Fredericapolder’ (Rilland 2004)