Nisse-Stellepolder, 1803-1959
Inleiding Het waterschap Nisse-Stelle groot 163.41.69 ha met 142.48.79 ha belastbare oppervlakte Provinciale almanak voor Zeeland, 1958, p. 572. omvat behalve het Willoutspoldertje die gedeelten van de Stellepolder (Nisse-Stelle geheten), de Zakpolder en de Nieuwlandekenpolder welke vanouds onder de ambachtsheerlijkheid (laten de gemeente) Nisse begrepen waren. In de verlandende Zwake werd in 1395 de kern van het oude Ovezand met de Verlorenkostpolder door de Nieuw-Ovezandpolder met de tegen het oude Baarland aangewonnen poldertjes verbonden Voor de jaren van inpoldering waarop ook de hierna volgende verklaring voor de begrenzing van het waterschap mede gebaseerd is, zie mens A.W. Vlam: Historisch-morfologisch onderzoek van enige Zeeuwse eilanden (1942), p. 98 e.v. benevens kaart 1. . Tegen dit geheel van Oud-Ovezand-, Verlorenkost- en Nieuw-Ovezandpolder werden in de jaren 1400 en 1401 achtereenvolgens de Nieuwlandeken- en de Zakpolder (ook eenvoudig "de Zak" genoemd of ook wel "Nisse-Zak" ter onderscheiding van een gelijknamige polder onder het waterschap Ellewoutsdijk) aangewonnen, daarna tussen de Zakpolder, de Nieuwe Vreelandpolder en de tegen het oude Baarland aangewonnen poldertjes de Stellepolder. Met de inpoldering van de Nieuwlandeken-, Zak- en Stellepolder was echter de oorspronkelijke plaats van de oude stroom of vaargeul van de Zwake mee ingedijkt. De Zwake stromend tussen Borssele en Zuid-Beveland werd n.l. gemeenschappelijk bezeten door de ambachtsheren van beide zijden. In de stroom- of vaargeul was van ouds de grens gefixeerd, ook nadat de stroom zich bij voortgaande bedijking wijzigde. Dat deze stroomgeul zich inderdaad in noordelijke richting verplaatst heeft, ligt voor de hand omdat toen het eiland Ovezand aan het eiland Borssele werd vastgedijkt (of dit het eerst door de Nieuw-Ovezandpolder of door de onder Driewegen gelegen Zakpolder gebeurd is doet hier niet ter zake) het zuidelijk stroomgat van de Zwake afgesloten werd en slechts het stroomgat aan de noordzijde van Ovezand openbleef. Vandaar ook dat nadien de schorgronden aan de zuidelijke oever van de Zwake gunstiger voor inpoldering geweest zullen zijn dan de tegen Nisse aangelegen schorgronden. Het initiatief voor de bedijking van de Nieuwlandeken- en de Zakpolder zal daarom ook zijn uitgegaan van de heren van Ovezand, dat voor de bedijking van de Stellepolder van de heren van Baarland. Zij stonden voor de keus van of wel een klein poldertje indijken tot aan de door de oorspronkelijke plaats der stroomgeul bepaalde limietscheiding ofwel het totaal der voor bedijking rijpe schorgronden te beversen. In dit laatste geval was de medewerking van Nisse vereist. Die is blijkbaar gegeven, zodat polders ontstonden deels op grond van de heerlijkheden Baarland en Ovezande deels op grond van de heerlijkheid Nisse, zodat de Stellepolder b.v. verdeeld is in een gedeelte genaamd Baarland-Stelle en een gedeelte genaamd Nisse-Stelle, welk laatste oudtijds ook Vrouwe-Stelle genoemd werd Archief van het waterschap De breede watering bew. Yerseke (hierna volgend aangeduid alss arch. B.W.B.Y.): een band met overlopers waarin naast overlopers van Oud-Nisse óók overlopers van de gehele parochie en heerlijkheid van Nisse met de buitenpolders, 1652-1780. . Nisse heeft toen later de beide delen van zijn grond verbonden door in 1510 de tussenliggende schorren te bedijken in de Kruiningenpolder. Dit moest zolang wachten omdat de verlanding van de Zwake eerst goed op gang kwam nadat in 1445 op bevel van Philips van Bourgondië een dam geslagen was tussen 's-Gravenpolder en de Nieuwe Ho ondertpolder, waardoor de vereniging tussen Zuid-Beveland en het eiland Borssele tot stand kwam M. van Empel en H. Pieters: Zeeland door de eeuwen heen, deel 1 (1935), p. 213. . Het waterschap Nisse-Stelle had vanaf 1811 tezamen met het waterschap De buitenpolders-van-Nisse en de Oud-Nissepolder eenzelfde dijkgraaf en aangenomen mag worden dat voor die tijd zowel voor de beide waterschappen als voor de Oud-Nissepolder gold dat baljuw en schepenen van Nisse tevens dijkgraaf en gezworenen waren Archief De buitenpolders-van-Nisse: de nog aanwezige rekeningen van waterpenningen over de jaren 1715, 1716, 1723 en 1724. . Laatstgenoemde Oud-Nissepolder lag weliswaar binnen de Breede watering maar had voor wat betreft de behartiging der eigen suatie een betrekkelijke zelfstandigheid bewaard, welke tot 1852 toe voortduurde Arch. B.W.B.Y., voorlopige opgave de Brakke nr. 1380: vidimus d.a. 1520 van een suatiecontract d.a. 1511 tussen de ambachtsheren en dijkgraaf van de parochie van Nisse enerziids en de dijkgraaf en gezworenen van de parochie van de Westwatering (=B.W.B.Y.) anderzijds, 1543 (afschrift) Alsvoren, voorl. opg. de Brakke nr. 387, notulen d.a. 1852 mei 21. . De relatie tussen De buitenpolders-van-Nisse en de Oud-Nissepolder onderling is iets hechter vanwege de gemeenschappelijke suatie door de Nisse-watergang op de sluis van ter Locht, zoals die tot ca. 1833 plaats vond. Het waterschap Nisse-Stelle loosde zijn opperwater op grond van een uit 1532 daterende suatieovereenkomst tussen de parochie Nisse en Ovezande enerzijds en de parochies Baarland en Bakendorp anderzijds op de zeesluis van Baarland Zie inv.nr. 46. . Hoe diep het ambachtsheerlijk gezag in deze streken wortel geschoten had, blijkt uit het feit dat de waterschapsrekeningen tot 1874 toe nog afgehoord werden ter presentie van de ambachtsheer van Nisse Zie inv.nrs. 81-89. . Behalve een overloper voor het jaar 1854 e.v. Zie inv.nr. 51. bevinden zich in dit archief geen overlopers van het waterschap, wel bevinden zich in de archieven van De breede watering en van De buitenpolders-van-Nisse overlopers welke betrekking hebben op de gehele parochie en heerlijkheid van Nisse met de buitenpolders, waaronder dus ook het waterschap Nisse-Stelle valt. Opmerkelijk is dat in deze overlopers het Nisse-ambacht in de Nieuwlandekenpolder niet voorkomt, te beginnen met de overloper voor het jaar 1780 e.v. is dit echter wel het geval, maar dan is het aantal gemeten van dit poldergedeelte niet meegeteld in het totaal. In de overlopers, welke betrekking hebben op de parochie en heerlijkheid van Ovezand, welke zich in het archief van het waterschap van die naam bevinden, vinden we van 1592 af voortdurend "'t Nieulandeken beoosten den watergangck Nisse ambacht". In de oudste aanwezige overlopers voor de jaren 1592 e.v. en 1599 e.v. is het aantal gemeten hiervan niet meegeteld in het totaal, vanaf 1627 is dit echter wel het geval. Wat de oorzaak van dit alles ook moge zijn, zeker niet dat het Nisse-Nieuwlandeken in de 17e en 18e eeuw toch - in tegenstelling met de hierboven geschetste ontwikkeling - tot het waterschap Ovezand gerekend werd. De rekeningen van laatstgenoemd waterschap welke in 1734/35 aanvangen spreken in dat opzicht duidelijke taal. Het bestuur werd in het kader van de polderconcentratie op Zuid-Beveland per 1 januari 1959 opgeheven, op welke datum het nieuwe waterschap De brede watering van Zuid-Beveland in werking trad. Toch loopt het archief nog na 1958 door, doordat het bestuur in de loop van 1959 de lopende zaken afwikkelde.
- Archieven Zeeuws Archief
- Archief
- 3145
- Verkeer en Waterstaat
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer