Oud- en Nieuw-Noord-Bevelandpolder, 1934-1959
Inleiding Het waterschap had in 1958 een kadastrale grootte van 2208.19.15 ha, met een oppervlakte van 2009.20.89 ha schotbaar land en 12.91.70 ha vronen en vrijland. Het waterschap omvatte de Oud-Noord-Bevelandpolder, groot 1731 ha en de Nieuw-Noord-Bevelandpolder, groot 477 ha. De gezamenlijke belangen, vooral in de strijd tegen het zeewater, hebben de concentratie van de twee polders in de hand gewerkt. Het steeds verder terugtrekken van de zeewering van de Nieuw-Noord-Bevelandpolder deed het gevaar voor de Oud-Noord-Bevelandpolder toenemen. Op 1 mei 1955 trad ten gevolge van het besluit van Gedeputeerde Staten van Zeeland van 28 september 1934, het reglement van het nieuwe waterschap in werking. De suatie geschiedde door de uitwateringssluis te Colijnsplaat. In 1953 zijn alleen enige inlagen van de Oud-Noord-Bevelandpolder geïnundeerd, die door natuurlijke lozing weer droog vielen. In verband met de concentratie op Noord-Beveland werd het waterschap opgeheven en opgenomen in het per 1 januari 1959 nieuw gevormde waterschap Noord-Beveland. Toch loopt het archief nog verder, doordat het bestuur de lopende zaken in 1959 afwikkelde. Ook zijn enige registers door het waterschap Noord-Beveland gebruikt. Het archief heeft in 1953 onder water gestaan. Het betreft voornamelijk de niet naar de kluis te Wissenkerke overgebrachte archiefstukken van 1938 af. Ook zijn er toen veel stukken verloren gegaan. Het grootste gedeelte van de geredde stukken zijn in 1953 gecodificeerd volgens het registratuurstelsel van de Unie van Waterschapsbonden. Hierna is men met dit stelsel vorder gegaan. De gecodificeerde stukken zijn in een aparte afdeling van de inventaris opgenomen. Literatuur: Provinciale almanak 1958. Rijkswaterstaat. Verslag over de stormvloed 1953. 1961.
- Archieven Zeeuws Archief
- Archief
- 3228
- Verkeer en Waterstaat
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer