Willempolder (Noord-Beveland), 1769-1959

Inleiding De Willempolder op Noord-Beveland had in 1958 een kadastrale grootte van 122.16.34 ha, met een balastbare oppervlakte van 106.22.34 ha. De polder ligt in de gemeente Wissenkerke en voor een klein gedeelte in de gemeente Kortgene. Op 22 februari 1770 verleenden de Staten van Zeeland het octrooi tot bedijking van de schorren voor de Geersdijkpolder aan de ambachtsheren van, Kortgene, van Geersdijk en Wissenkerke en van het Gemeen Ambacht. Op 28 september 1770 werd de aanleg van de zeedijk aanbesteed. De bedijking is niet zonder moeilijkheden verlopen, o.a. heeft de zomerstorm van 12 augustus 1771 nogal wat schade aangericht. Voor de orde onder het werkvolk, dat vooral uit Friezen en Oldenburgers bestond, werd door de bedijkers een hellebaardier aangesteld. De totale kosten van de bedijking bedroegen £ 5961.15.1,75. De polder werd genoemd naar stadhouder Willem V, die in de overloper van 1782 ook als eigenaar van gronden in de polder voorkomt. De polder sueerde via de sluis in de zeedijk op de Zandkreek. Sedert de oprichting van het uitwaterings waterschap Willem c.a. in Noord-Beveland in 1870 was de polder hierbij aangesloten. Zie voor de suatie en haven de inleiding van de inventaris van het waterschap Willem c.a. De polder is in 1808, 1883 en 1953 geinundeerd. De laatste maal op 1 februari door het overstromen van de scheidingsdijk met de Willem Adriaanpolder. Door lozing via de intact gebleven zeesluis, viel de polder op 25 februari weer droog. In verband met de concentratie op Noord-Beveland werd de polder opgeheven en opgenomen in het per 1 januari 1959 nieuw gevormde waterschap Noord Beveland. Het archief loopt nog verder, doordat het bestuur de lopende zaken in 1959 afwikkelde. Bij Koninklijk Besluit van 14 februari 1870 nr. 1 werd het uitwateringswaterschap Willem c.a. in Noord-Beveland opgericht. Het beheer en dagelijks bestuur van het waterschap kwam bij het dagelijks bestuur van de Willempolder. In 1875 trad een nieuw reglement in werking, en kreeg het waterschap een eigen dagelijks bestuur. De stukken van het waterschap van 1870-1875 zijn met de stukken betreffende de sluis en haven, die reeds van het begin af aparte series vormden, in afdeling B van de inventaris opgenomen. Het archief uit de tweede helft van de 19de eeuw heeft erg van het vocht geleden. Literatuur: Provinciale almanak, 1958. M.P. de Bruin en M.H. Wilderom. Tussen afsluidammen en deltadijken, deel I, Noord-Beveland.