Zuivering betreft de niet-strafrechtelijke maatregelen (zuiveringen) na de Tweede Wereldoorlog gericht tegen mensen die mogelijk met de vijand hadden geheuld, waarbij sancties werden opgelegd als beroeps-, publicatie-, en tentoonstellingsverboden. Tussen 1946 en 1950 werden 60.000 Nederlanders onderzocht, en daarna werden niet minder dan 20.000 sancties aan evenzovele Nederlanders opgelegd. Naast deze in de wet geregelde zuivering kwamen er ereraden zoals de Joodse Ereraad die geen formele bevoegdheden kenden maar alleen een oordeel uitspraken.