Het Joodse gezin Engelsman wordt met het laatste transport vanuit Kamp Westerbork op 13 september 1944 naar Bergen-Belsen gedeporteerd. Zafira bezit de Turkse nationaliteit, ze komt samen met haar man Jacques en hun dochter Hortense in het uitwisselingskamp terecht. Ze worden in maart 1945 vrijgelaten uit Bergen-Belsen en komen via Denemarken en Zweden in Engeland terecht.
Westerbork
Jacques en de in Turkije geboren Zafira trouwen op 29 juli 1942 voordat dochter Hortense op 30 december 1942 wordt geboren. Het gezin wordt lange tijd met rust gelaten totdat de Grüne Polizei ze op 17 oktober 1943 thuis arresteert. Op dat moment is de laatste razzia in Amsterdam al geweest. Het gezin Engelsman komt via de Hollandsche Schouwburg in Kamp Westerbork terecht.
Jacques, Zafira en Hortense komen op 4 november 1943 aan in Kamp Westerbork en op dat moment is het grootste deel van Jacques familie al gedeporteerd en vermoord. Zijn vader Gerrit, moeder Amalia, zussen Anna Bertha en Esther Dina en broer Arthur zijn reeds gedeporteerd vanuit Kamp Westerbork naar Sobibor en Auschwitz. Alleen broer Charles komt later het kamp binnen. Hij wordt op 3 maart 1944 gedeporteerd en komt op 7 februari 1945 om het leven.
Uitwisselingskamp
Het gezin Engelsman wacht een ander lot. Ze worden op 13 september 1944 gedeporteerd naar Bergen-Belsen en komen in het uitwisselingskamp voor burgers van neutrale landen, het Neutralenlager, terecht. De gevangenen in dit kamp bezitten de nationaliteit van een neutraal land, zoals Spanje, Portugal of Turkije. Ze zijn bestemd voor uitwisseling, waardoor ze wat beter behandeld worden. De gevangenen dragen hun eigen kleding en mogen persoonlijke bezittingen meenemen.
Tussen juli 1943 en december 1944 komen minstens 14.600 Joodse gevangenen het kamp binnen voor uitwisseling. Slechts in honderden gevallen komt het daadwerkelijk zover. In ruil voor de Joodse gevangenen worden Duitsers vrijgelaten. Het gezin Engelsman is onderdeel van 105 Joden met de Turkse nationaliteit die worden uitgewisseld en via Denemarken in Zweden terecht komen. In ruil hiervoor worden Duitsers die nog in Turkije waren nadat Turkije in augustus 1944 de diplomatieke banden met Duitsland verbreekt vrijgelaten.
Joodse Engelandvaarders
De motivatie van Engelandvaarders om te vertrekken hangt vaak samen met bepaalde gebeurtenissen in bezet Nederland, zoals de loyaliteitsverklaring voor studenten en de arbeidsinzet. Dit dwingt jonge mannen onder te duiken of te vertrekken. Voor Joodse Engelandvaarders komt daar ook de toenemende vervolging bij als reden om te vertrekken. Van de 78 vrouwelijke Engelandvaarders zijn er 29 Joods. En van de ruim tweeduizend mannelijke Engelandvaarders zijn er 256 Joods.
Lees hier het verhaal van drie Joodse vrouwelijke Engelandvaarders
Reis naar veiligheid
Op 2 maart 1945 is het zover, het gezin vertrekt uit Bergen-Belsen. Vanuit hier gaan ze via Denemarken naar het neutrale Zweden. In de haven van het Zweedse Gothenburg vindt op 16 maart 1945 de uitwisseling plaats. Nu is het gezin echt vrij. Vanuit Zweden reizen ze met het schip SS Drottningholm naar Engeland, daar komen ze op 24 maart 1945 aan.
Nederlanders die vanuit bezet gebied in Engeland aankomen worden verhoord. Eerst door de Britse Veiligheidsdienst MI5 en daarna ook nog door de Nederlandse Politie-Buitendienst. De Nederlandse verhoren zijn grotendeels bewaard gebleven en te vinden bij het Nationaal Archief. Hierdoor is het mogelijk om de reis van het gezin Engelsman te reconstrueren, zowel Jacques als Zafira zijn verhoord bij aankomst.
Routes Engelandvaarders
Het gezin Engelsman bereikt Engeland via Zweden. Deze route neemt ruim dertig procent van de Engelandvaarders. De meest gebruikte route gaat via Zuid-Europa, bijna zestig procent van de Engelandvaarders bereikt zo Engeland. En tien procent van de Engelandvaarders steekt de Noordzee direct over vanuit bezet Nederland naar Engeland.
De route van Jacques, Zafira en Hortense vanuit gevangenschap in een Duits kamp naar Zweden is vrij uniek. De meeste Engelandvaarders die via de noordelijke route in Engeland aankomen zijn scheepslui die tijdens hun werk in de Oostzee deserteren in het neutrale Zweden. Of Nederlanders die tewerkgesteld zijn in Finland en Noorwegen en vanuit daar vluchten naar Zweden.