Brief in enveloppe. 15 maart 1944. Aan den heer G.C. Janssen.

Brief in enveloppe. 15 maart 1944. Aan den heer Gerardus Christiaan Janssen. Per adres Machine Fabriek Boecher und Volkenborn Hohenlimburg in Westfalen.Verzameling brieven voor Gerard Janssen die tewerkgesteld was in Duitsland. Per adres Dicke Eichen Hohenlimburg in Westfalen.Een korte samenvatting van deze brief.Lieve Gerard.Gisteravond hebben wij een brief ontvangen. Ik lees dat je nog steeds ziek bent. Ik maak me grote zorgen. Je bent ver van huis en ziek. Ik hoop dat ik spoedig bericht krijg dat het beter met je gaat. Ik lees dat je daar geen dokter kon krijgen. Het is daar een mooie rotzooi. Ik hoop dat het goed zal aflopen. Het flesje huppelwater zal je wel door de keel hebben gespoeld. Vandaag zijn we voor de laatste keer wezen vissen. Het is nu gesloten tijd. We kunnen nu uitrusten en de boel schoonmaken. In Nijmegen zijn ze nog steeds aan het puin ruimen. Ze vinden daar nog steeds lijken. Ze hebben zelfs nog twee overlevenden uit een kelder gehaald. Het was in een banketwinkel. De voorraad heeft ze in leven kunnen houden. Als je alle verhalen hoort, het is verschrikkelijk. Onze Nellie en Stien zijn vanavond naar het lof geweest. Piet en Arie zitten te kaarten. Wim zit te lezen. Van Toon Sanders hebben ze nog steeds niets gehoord. Ze zitten erg in de zorg. Ze weten niet waar hij uithangt. Paula Sanders is weer aan de beterende hand. Hier gaat de ronde dat er snel iets gaat gebeuren. Er zijn heel veel soldaten gepakt en gezakt over de dijk gekomen. Allemaal op Millingen aan. Ze hebben ook nog schepen gebombardeerd. Er waren ook veel vliegtuigen. Zeg Gerard wat doe je als er daar alarm is. Als je weer wat beter bent stuur dan de was maar weer naar huis. Doe er ook nog wat touw bij. Dat is hier niet te krijgen. Het gaat hier zijn gangetje. We sloffen van de ene week in de andere. Zo nu moet ik maar weer gaan eindigen.