Oostpolder (Gemeente 's-Heer Arendskerke), 1910-1959
Inleiding De Oostpolder is groot 19.01.60 ha met een belastbare oppervlakte van 19.01.60 ha. De polder werd in 1642 bedijkt in de Schenge. De polder heeft het in de strijd met het water zwaar te verduren gehad en was in de eerste helft van de 18e eeuw voortdurend calamiteus. Op 26 januari 1682 en op 14 januari 1808 is de polder geïnundeerd. De suatie van de polder geschiedde door de uitwateringssluis van de Oude-Kraaijert-polder op de Schenge. In 1746 kocht de polder voor £ 25.- de uitwatering af. (Zie de notulen van 27 mei 1943, inv. no. 2). In 1875 sloot de polder zich aan bij het waterschap voor de uitwatering door de Sluis in de Piet dat in verband met de inpoldering van de Schenge werd opgericht. De polder heeft waarschijnlijk altijd aan één eigenaar behoord. In 1926 werden er in verband met de mogelijke splitsing van de eigendommen in de polder voor het eerst notulen gemaakt. In de Verslagen van 's Rijks Oude Archieven van 1903, blz. 202, is er sprake van de polderrekeningen van 1700-1767 die op het Rijksarchief in Zeeland aanwezig zouden zijn. Deze zijn waarschijnlijk in 1940 door brand verloren gegaan. De polder werd op 1 januari 1959 opgeheven en opgenomen in het toen opgerichte waterschap De brede watering van Zuid-Beveland, Toch loopt het archief nog verder, doordat het dagelijks bestuur in 1959 de lopende zaken afwikkelde. Literatuur Provinciale almanak, 1958. Ermerins, Enige Zeeuwse oudheden, Zuid-Beveland, 1793. Van Empel en Pieters: Zeeland door de eeuwen heen, deel I.
- Archieven Zeeuws Archief
- Archief
- 3151
- Verkeer en Waterstaat
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer