Verzetsvrouw Siet Gravendaal-Tammens
Tijdens de bezetting komt de Groningse onderwijzeres Siet Gravendaal-Tammens in verzet. Ze helpt Joodse onderduikers, vervoert bonkaarten en wapens en zit als enige vrouw in de Groninger verzet Top. Dit bekoopt ze bijna met haar leven, ze wordt gearresteerd en ter dood veroordeeld. Uiteindelijk is Dolle Dinsdag haar redding.

Liquidaties
Siets verzetswerk begint met het helpen van onderduikers en breidt zich steeds verder uit. Net als haar werkzaamheden voor het verzet breidt ook haar netwerk zich uit, ze kent veel mensen uit verschillende verzetsgroepen. Hierdoor belandt Siet in de Groninger Top, bestaande uit leiders van verschillende verzetsgroepen die met enige regelmaat bij elkaar komen om acties af te stemmen en een soort gemeenschappelijk beleid te voeren inzake grote kwesties zoals liquidaties. Siet beslist dus mee over liquidaties, waaronder de liquidatie van de Groningse collaborerende politieman Anne Jannes Elsinga. Hij zou te gevaarlijk zijn geworden voor het lokale verzet. Na de liquidatie van Elsinga op oudjaarsdag 1943 worden als represaille zes anti-Duitse Groningers doodgeschoten tijdens zogenaamde Silbertanne-moorden.


Onderduik en arrestatie
Siet wordt begin 1944 gewaarschuwd dat de Duitsers haar op het spoor zijn en duikt onder in het Friese Harlingen. Uiteindelijk vertrekt ze naar Leeuwarden waar ze onder een valse identiteit leeft en opnieuw betrokken raakt bij verzet. Ze doet koerierswerk en komt regelmatig in Amsterdam. Op 13 juni 1944 slaat het noodlot toe. Een vergadering van de LO op de Amsterdamse Nieuwezijds Voorburgwal 74 blijkt verraden. Er worden minimaal vijftien verzetsmensen opgepakt, onder wie Siet.


Doodstraf
Ze wordt eerst verhoord in het Oranjehotel en daarna gaat ze naar Kamp Vught. Daar wordt haar echte identiteit ontdekt. Siet wordt op 11 juli 1944 teruggestuurd naar Groningen en zit gevangen in het Scholtenhuis. Hier wordt ze eind augustus 1944 ter dood veroordeeld door SD'er Ernst Knorr. Om die doodstraf te kunnen voltrekken, is toestemming nodig uit Berlijn. In de chaos van Dolle Dinsdag komt deze toestemming niet en Siet wordt op 22 september 1944 naar het Duitse waddeneiland Borkum gebracht.

Seksueel geweld
In Borkum zitten vooral krijgsgevangenen. De vrouwelijke gevangenen moeten hun maaltijden verzorgen en schoonmaken. 's Avonds zitten ze individueel opgesloten in een cel. Tijdens de kerstdagen van 1944 wordt Siet verkracht door een bewaker. Ze verzet zich hevig. Siet houdt daar veel schade aan over en kan geen kinderen krijgen.

Terugkeer
Ze overleeft de gevangenschap en keert half mei 1945 terug in bevrijd Nederland. Na de oorlog voelt Siet zich onbegrepen en vertrekt naar Curaçao waar ze werkt als directeur van een school. Ze blijft wel actief in de gemeenschap van oud-verzetsmensen. Na Siets pensioen roept Groningen en keert ze terug. Op honderdjarige leeftijd overlijdt Siet op 27 september 2014.