Verzetsvrouw Siet Gravendaal-Tammens
Tijdens de bezetting komt de Groningse onderwijzeres Siet Gravendaal-Tammens in verzet. Ze helpt Joodse onderduikers, vervoert bonkaarten en wapens en zit als enige vrouw in de Groninger verzet Top. Dit bekoopt ze bijna met haar leven, ze wordt gearresteerd en ter dood veroordeeld. Uiteindelijk is Dolle Dinsdag haar redding.

Liquidaties
Siets verzetswerk begint met het helpen van onderduikers en breidt zich steeds verder uit. Net als haar werkzaamheden voor het verzet breidt ook haar netwerk zich uit, ze kent veel mensen uit verschillende verzetsgroepen. Hierdoor belandt Siet in de Groninger Top, bestaande uit leiders van verschillende verzetsgroepen die met enige regelmaat bij elkaar komen om acties af te stemmen en een soort gemeenschappelijk beleid te voeren inzake grote kwesties zoals liquidaties. Siet beslist dus mee over liquidaties, waaronder de liquidatie van de Groningse collaborerende politieman Anne Jannes Elsinga. Hij zou te gevaarlijk zijn geworden voor het lokale verzet. Na de liquidatie van Elsinga op oudjaarsdag 1943 worden als represaille zes anti-Duitse Groningers doodgeschoten tijdens zogenaamde Silbertanne-moorden.
De Silbertanne-moorden zijn de represailles voor aanslagen op Nederlandse collaborateurs, uitgevoerd tussen september 1943 en september 1944 door Nederlandse Oostfrontveteranen en SD'ers. In 28 aanslagen kwamen 45 Nederlanders om het leven en raakten 11 zwaargewond. De codenaam 'Silbertanne Aktion' is ontleend aan de sparrentak die kwam te staan achter de naam van mogelijke slachtoffers op de lijst van Nederlandse prominenten.
Meer over Silbertanne-moorden

Sietje Gravendaal-Tammens (Kloosterburen, 29 juli 1914 – Winsum, 27 september 2014) was een docent, logopedist, tijdens de bezetting actief voor verzetsgroep Groep Bedum en zat als enige vrouw in de top van het verzet in Groningen. Gravendaal-Tammens was onder andere betrokken bij het besluit tot liquidatie van de fanatieke Jodenjager en hoofd van de bijzondere recherche Groningen Anne Jannes Elsinga en zijn opvolger Jannes Luitje Keijer. Zij werd op 13 juni 1944 gearresteerd en zat vast in Kamp Vught, het Oranjehotel, het Scholtenhuis en op het Duitse waddeneiland Borkum. Ondanks het uitgesproken doodsvonnis wist Gravendaal-Tammens de oorlog te overleven. Bron: WO2Net Biografieën.
Meer over Sietje Gravendaal-TammensOnderduik en arrestatie
Siet wordt begin 1944 gewaarschuwd dat de Duitsers haar op het spoor zijn en duikt onder in het Friese Harlingen. Uiteindelijk vertrekt ze naar Leeuwarden waar ze onder een valse identiteit leeft en opnieuw betrokken raakt bij verzet. Ze doet koerierswerk en komt regelmatig in Amsterdam. Op 13 juni 1944 slaat het noodlot toe. Een vergadering van de LO op de Amsterdamse Nieuwezijds Voorburgwal 74 blijkt verraden. Er worden minimaal vijftien verzetsmensen opgepakt, onder wie Siet.
De LO (Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers) was een verzetsorganisatie die zich tussen 1942 en 1945 inzette voor de hulpverlening aan ondergedoken Joden en verzetsmensen en mensen die zich door onderduiken onttrokken aan de Arbeidsinzet. LO en LKP worden vaak samen LO-LKP genoemd.
Meer over LO

Het Scholtenhuis was tijdens de Tweede Wereldoorlog een berucht gebouw in het centrum van de stad Groningen. Het pand was het hoofdkwartier voor de regionale afdeling van de Sicherheitsdienst en de Sicherheitspolizei. Honderden verzetsstrijders werden er gevangengenomen, verhoord en gemarteld. Bij de bevrijding van Groningen werd het gebouw volledig verwoest.
Meer over ScholtenhuisDoodstraf
Ze wordt eerst verhoord in het Oranjehotel en daarna gaat ze naar Kamp Vught. Daar wordt haar echte identiteit ontdekt. Siet wordt op 11 juli 1944 teruggestuurd naar Groningen en zit gevangen in het Scholtenhuis. Hier wordt ze eind augustus 1944 ter dood veroordeeld door SD'er Ernst Knorr. Om die doodstraf te kunnen voltrekken, is toestemming nodig uit Berlijn. In de chaos van Dolle Dinsdag komt deze toestemming niet en Siet wordt op 22 september 1944 naar het Duitse waddeneiland Borkum gebracht.
Ernst Knorr (Heiligenbeil, 13 oktober 1899 – Scheveningen, 7 juli 1945) was een Duitse SS'er en SD'er. Tot halverwege 1942 gaf hij leiding aan Referat IVa, wat verantwoordelijk was voor de bestrijding van verzet en communisme in Nederland. Knorr gebruikte extreem geweld tijdens verhoren om bekentenissen los te krijgen. Dit deed hij eerst op het Binnenhof en in het Oranjehotel en vanaf 1943 in het Scholtenhuis. Op 7 juli 1945 pleegde hij waarschijnlijk zelfmoord tijdens zijn gevangenschap in het Oranjehotel. Bron: WO2Net Biografieën.
Meer over Ernst Knorr
Seksueel geweld
In Borkum zitten vooral krijgsgevangenen. De vrouwelijke gevangenen moeten hun maaltijden verzorgen en schoonmaken. 's Avonds zitten ze individueel opgesloten in een cel. Tijdens de kerstdagen van 1944 wordt Siet verkracht door een bewaker. Ze verzet zich hevig. Siet houdt daar veel schade aan over en kan geen kinderen krijgen.

Terugkeer
Ze overleeft de gevangenschap en keert half mei 1945 terug in bevrijd Nederland. Na de oorlog voelt Siet zich onbegrepen en vertrekt naar Curaçao waar ze werkt als directeur van een school. Ze blijft wel actief in de gemeenschap van oud-verzetsmensen. Na Siets pensioen roept Groningen en keert ze terug. Op honderdjarige leeftijd overlijdt Siet op 27 september 2014.