Brief in enveloppe. 21 november 1943. Aan den heer G.C. Janssen.

Brief in enveloppe. 21 november 1943. Aan den heer Gerardus Christiaan Janssen. Per adres Machine Fabriek Boecher und Volkenborn Hohenlimburg in Westfalen.Verzameling brieven voor Gerard Janssen die tewerkgesteld was in Duitsland. Een korte samenvatting van deze brief.Lieve Gerard,Dit is al de derde brief die ik schrijf. We hebben van jouw al acht dagen geen brief meer gekregen. De laatste was de brief van 10 november. We weten dus ook niet of het goed gegaan is met de pakjes. Wij zijn goed gezond. Dat hopen wij van jouw ook te horen. Op het ogenblik is Toos bij ons en Pietje Verheijen. Ome Jan en Ria zijn ook hier. Ze zijn muziek aan het maken in het café. En nu even wat anders. Er komen steeds meer jongens met verlof. Ik geloof dat er met kerstmis niemand met verlof mag. Ze hebben dan de treinen nodig voor de soldaten. Je moet maar hoop blijven houden. Als je geen verlof krijgt dan zal ik de chef wel eens een mooie brief schrijven. Bij Beppie is de dokter nog geweest. Ze was erg ziek. Gelukkig gaat het nu weer beter. Kleine Jopie groeit niet goed. Ze zijn hem nu aan het bijvoederen. Het is hier nu erg koud, en bij jouw, kun je het op je kleine kamertje warm stoken. Betje Sanders ligt nog steeds op bed. De dokter zegt nog veertien dagen en dan mag ze weer opstaan. Zeg Gerard hebben jullie borg gestaan voor die jongen uit Zaltbommel. Als dat zo is dan kom je niet weg. Er is nu een nieuwe regeling. Als ze verlof krijgen moeten ze een maat stellen dat je weer terug komt. Ik hoop dat je het eerste met verlof mag gaan. Ze maar tegen de jongens dat je zeker terug komt. Zeg maar dat je moeder ziekelijk is. Morgen versturen wij weer een pakje, we hebben wat lekkers gebakken, misschien dat Toos er ook nog wat bij zal doen. We hebben ook nog een mooie stropdas voor je gekocht. Deze zullen we maar hier thuis bewaren. Onze hond zit voor de deur te janken. Hij moet zeker pissen. Hij was veertien dagen geleden blind en toe is vader met hem naar de veearts geweest. We moesten de ogen uitwassen, nu kan hij weer zien. Ik schrijf je nog een brief voor je verjaardag. Ik weet niet of deze op tijd aankomt dus zal ik je nu maar vast feliciteren. Gerard let goed op de aardappelen ze mogen niet bevriezen.Op de achterkant van deze brief nog wat woorden van de zus van Gerard en van Toos.Tevens een pagina waarop geschreven staat : Hier achter kan niet op geschreven worden ??????. Daar kun je ’t reetje mee afvegen.